Nochtans had dit belangwekkende gevolgen, daar de vermeende Vale Gier steeds verder en verder uit beeld verdween, zonder er een noemenswaardig etiket te kunnen op kleven. Zodoende sprongen zoonlief en ik gezwind op de ons voorradige rijwielen, waarna we in allerijl richting de windmolens aan den E17 fietsten, immers, een gier die aan flarden werd gereten door nietsontziende groene energie, dat wou ik nog wel eens meemaken op mijn oude vogeldag. Edoch, het werd ons niet gegund.
De daaropvolgende maandag stond ik reeds vrij vroeg aan de gezegende Vliegerkesweide, waar er, uitgezonderd een lekker swingend koppeltje Kwartels en eilaas nu reeds gemaaide Graszangergraslanden, niet veel te beleven viel. Al een geluk dat een mens daar wat kan schuilen tegen de toekomstige brandende zon, want wie Bijeneters en gieren wil spotten, is gedoemd tot in het zweet uws aanschijns !
Later die dag, toen ik reeds lang zat te verzuipen in nietszeggende dossiers, kwamen de onheilspellende berichten met rasse schreden naderbij, genre de Limburg, of erger nog, Sint-Amandsberg, al geloof ik van dat laatste wederom geen fluit !
Morgen gaat het gebeuren, ik voel het...