Staf is een fijne hond. Met nog water in je ochtendogen, probeer je een Citroenkwikstaart te distingeren van een Grote Pieper op het ietwat mistige Molenmeers, en terwijl Staf deemoedig ligt te genieten van de allereerste zonnestralen op het bankje van Bruno zaliger, roept in de nabije verte je eerste Koekoek, heerlijk...
Ach, die ene gedenkwaardige week in de jouïssante maand april, met een Zwarte Wouw die vlak over me heen kwam paraderen en het liefkozende koppeltje Kluten op de onnavolgbare Bergenmeersen, de Snor van Walle en de delicieuze Geoorde Futen van Sjacky Sjakopus. De Steppekiekendief als ultiem adrenalineshot en de Purperreiger die zomaar opsteeg uit de legendarische Overmeersche Putten. Met de meest memorabele van de meersen, de Rietzangers ! Staf ligt nog steeds op Bruno's bankje, en mijn gedachten dwalen af naar Sara, onze trouwe viervoeter die ik eigenhandig heb begraven, destijds in het decadente Aalst. Als een stoere kerel liet ik mijn tranen rollen en denk ik nog vaak terug aan die ene zinsnede uit dat wondermooie lied van De Kreuners : want zolang ik leef heb ik je graag.
0 Kommentare
Jezus Moeder Maria Gods, jaarlijsten, wie heeft dat uitgevonden ? Zo stond ik gisteren iets voor de noen op de Bergenmeersen voorzeker wel een uur te speuren naar de afwezige ring rond de poten van de Zwarte Ibis, toen ik ineens een annonce van een Fitis kreeg, in Overmere City dan nog wel.
En ik begin te twijfelen, rijden of niet rijden, de eeuwige that's the question van een jaarlijster. Want met een Fitis erbovenop zou ik, als in een flauwe apriljoke, voorwaar nog steeds op die plompverloren eerste plek prijken. En ik laat voor een zoveelste maal mijn trein voor wat hij waard is (sic), en begeef me in volle vaart richting Danny zijne lochting, waarbij ik zonder verpinken door de werken in het gemoedelijke Uitbergen snel, daarbij enkele uitzwenkende kranen met moeite kan ontwijken en ik met mijn brommerke vervaarlijke hopen grond op den bijgang klein krijg. Half bezweet hoor ik dan eindelijk de mooiste Fitis die ik ooit heb weten schuifelen, nog 45 soorten te gaan en ik ben content... Telkens ik Daan tegen het lijf loop, begin ik spontaan aan het het fort van Eben-Emael te peinzen. Niet dat ik hoog oploop met de, toen door den Duits in amper een kwartier verwezenlijkte prestatie, doch het batiment koste me destijds, in het gezegende zesde humaniora, 5 punten op het examen. Waardoor ik desalniettemin vijfennegentig procent en een eerste plaats behaalde, ik krijg er nog steeds kippevel van. De Palestijnse kwestie en Anwar al-Sadat, ik kende het van binnen alsook van buiten, destijds, op het proefwerk geschiedenis, met 'de Stemgee', vader van Daan, autoritair gezeten aan zijn reeds lang vergane bureau, toendertijd, op 't Atheneum van Oilsjt.
Reeds vermoedde ik alweder het opduiken van de Cetti's Zanger, ginder achter in Berlare Broek, doch na een poging of vier, was ik er vooralsnog niet in geslaagd om zijn gekweel te kunnen strepen. Als bij wijze van afscheid, liet Daan zich nog vlug ontvallen dat ze hem dan toch hadden gespot, waarna ik me ijlings richting het broek begaf. Amper gesetteld, aanhoorde ik subiet zijn routineuze refrein, en dacht ik met enige weemoed terug aan mijn Limburgse roots. Ik ben een verzamelaar. Altijd al geweest. Je kon het destijds zo gek niet bedenken of ik had er wel een arsenaal van op mijn zolder, vroeger, in het ontzielde ouderlijke huis. Flesjes Tabasco, met ganse roten stonden ze opgesteld, netjes gerangschikt dan nog wel. Dozen vol met gazetten, bierviltjes, flessen shampoo, stukken zeep, uren lang snoof ik er aan, gelijk een aftandse junkie.
Tegenwoordig verzamel ik vogelsoorten, zo veel mogelijk dan nog wel op een jaar tijd. Zodoende hoopte ik die dag op een paar nieuwe specimina, van het genre Blauwborst of een eerste Boerenzwaluw. En het vlotte behoorlijk, met een aantal verrekte Waterpiepers, een finale Tureluur, een wondermooie Zwartkopmeeuw, als daar plots, zomaar langs de waterkant, 3 tere Kluten, als in een sprookje. Van contentement stak ik mijn zoveelste Gauloises in de fik. And still rolling with the times... En ge peinst, binst dat het goed weer is, van ne keer naar de Paardeweide te rijden. En ge sjeest op uw vehikel, dat bekans uiteen valt van het verslijten, op een gezapig tempo, 'nie ziejrder of tzeistig' gelijk nonkel Georges altijd zei, naar de Paardeweide, waar er nog steeds geen reet te beleven valt. En er staan daar voorzekers wel duust toeristen te trampelen, en ge denkt bij uw eigen, wat loop ik hier godverdomme weeral te doen, en ze begapen u alsof ze juist gescheten hebben gelijk een blauwe reiger, en ik kan u verzekeren, blauwe reigers, die kunnen een stukske schijten mijn gedacht !
En beduust vlucht ge naar de meersen, waar het zo mogelijk nog erger is, en ge trekt u terug op de leegte van Langendonk, mijn vlakke land, mijn vogelland. En plots vliegt er een slechtvalk boven uwe kop, met wat fret tussen zijn poten, en ge zijt weeral content... Jaarlijsten is een puur psychologisch evenement. Op het scherp van de snee.
Als in een overigens best te pruimen aflevering van Wauters versus Waes loop ik allengs gelijk een veredelde landloper urenlang en haast schichtig langs de heilige gronden van de gevliegerde weide, hopend op een Grutto die wel eens zou kunnen nederdalen op het gewijde water... Om de schijn hoog te houden en anderen op een welgemeend verkeerd been te zetten, doe ik het in het geniep, in de daluren van het weekeinde, wanneer niemand het nog verwacht. Waar blijf je nou, jij gore, ranzige vogel ? Bekoor me dan, roep dan toch, vlieg, zing, dans, en... En toen werd het maandag, en kwam die short message service als een welgemikte uppercut des te harder aan. Respect eerwaarde, je hebt weder een veldslag beslecht, de oorlog al lang... Vandaag mijn eerste Roodborsttapuit van het jaar, een mooi mannetje op den Belham, of heet het daar nog het des Heren Meers ? 't Zal me overigens een worst wezen, nog 65 soorten te gaan en mijn persoonlijke record op de jaarlijst is bereikt. We zitten op schema.
Had nog gehoopt op een vroege Tjiftjaf of iets dergelijks, en wat te denken van de Grutto's, worden de Kalkense Meersen het Waterloo voor de soort ? Vorig jaar naar het schijnt maar 13 koppels meer, doe daar dit jaar nog eens een koud voorjaar bij en er blijft welhaast niets meer over. En de komende twee dagen sta ik overigens met de vroegen, de allereerste Grutto zal dus niet aan mij besteed zijn... Ach, u kan zich dat werkelijk niet inbeelden wat een vogelaar lijden kan. En dan vooral eentje die op het onzalige idee kwam om nog maar eens een gooi te doen naar een uitstekende positie op de ondertussen beruchte jaarlijst.
Zodoende reed ik deze ochtend met een steevast nuchtere maag, evenwel reeds gevuld met een paar stevige slokken cola en al een shaggie of drie Van Nelle, richting Berlare Broek... De Scolopax rusticola zorgde allerminst voor mijn innerlijke rust, daar hij zich ook vandaag weer niet liet zien, de loser ! En de Cetti's Zanger heeft blijkbaar het wijze besluit genomen om nog een paar weken te wachten op een lekker wijf... Ik droop dan maar af naar de Paardeweide, waar ik mijn laatste hoop had gevestigd op een Bonte Strandloper, edoch, het was me werkelijk niet gegund vandaag. Terwijlend blonken in de melancholische Molenveldkouter de Kneus alweer uit in hun parmantige afwezigheid, ik had godverdomme niet anders verwacht ! Even hoorde ik nog een Veldleeuwerik roepen, en mijn dag kon niet meer stuk... Het leven is aan de twijfelaars.
Zodoende stond ik die ochtend reeds klaar om me andermaal te gaan vergapen aan afwezige Houtsnippen, toen daar plots een smsje binnenviel van Sjacky Sjakopus. Met de heugelijke mededeling dat er Kraanvogels aan het vliegen waren. En plots viel er pardoes een lichte hapering als een welgekomen schaduw over mijn reeds uren van tevoren uitgekiende planning, want die Houtsnippen, dat begon nu toch wel écht op mijn zenuwen te werken. Toen even later ook eerwaarde De Wilde van zich liet horen met niet minder dan achtenzestig Kraanvogels over het heerlijke dorp Kalken, stond mijn besluit eindelijk vast : ik moest en ik zou die dag Kraanvogels spotten ! Aangekomen aan de meandere Vaart, duurde het evenwel een poos alvorens de eerste alarmkreten werden geuit, waarbij de eerste dan nog op een paar onnozele Aalscholvers sloegen. En net toen ik al begon te vrezen voor alweer een miserabele vogeldag, kreeg de Swarowski niet minder dan veertien van die heerlijke rakkers in het vizier, en ze kwamen dichter, en dichter, en die schlemielige snippen was ik binst al lang vergeten... Deze ochtend zingt in den bos achter ons de Grote Lijster zijn intrieste serenade.
En ik word er zowaar vrolijk van. In de vroege voormiddag een zondagse wandeling in Berlare Broek, onderwijl mijn vierde poging om die verdoemde Houtsnip te pakken te krijgen. Doch ook deze keer werd het alweer noppes. Onderweg even mijn mobieltje gecheckt, en wat zie ik daar, juist ja...
Morgen nog maar eens een nieuwe poging... |
Auteur
Welkom op de blog van Overmeerse Vogels, foto Kwak : Wim Vervaet
Archief
Oktober 2021
Categorieën
Alles
|