Live vanuit de meersen
Autobiografisch gekakel van een vermoeide vogelaar
Deel 16 - maandag 5 juni 2006
Beste vogelkijkvrienden,
Niettegenstaande mijn bezwangerde prinses zowat elk moment van deze en komende dagen het leven kan schenken aan onze Gustaaf, had ze, zo op een zondag nog wel (nog een geluk dat we geen fervente katholieken zijn) het idee opgevat om de ramen nog maar eens een schoonmaakbeurt te geven... En zwangere wezens iets uit hun hoofd praten, vergeet het maar !
Zo gebeurde het dat die maandagvoormiddag, nog voor de komst van het toeristisch gepeupel, ons Cloé en ik ons per fiets door de meersen waagden, gevolgd door een failliete Polo met aan het stuur een schoonheid met vermoeide ledematen... Na een ommetje langs de kouter, waar nog steeds enkele Gele Kwikstaarten en een enkele Veldleeuwerik het mooie weer maakten, en daaropvolgend het Maaidonkbos, waar een Nachtegaal zijn fantastische lied ten gehore bracht, belandden we dan naderhand in onze geliefde meersen...
Reeds was ik toe aan een verdiende tussenstop, want op mijn gezegende leeftijd en met opgebruikte longen is het niet langer evident om die dartele hertekalfjes nog op de voet te kunnen volgen... Daarbij had ik gehoopt op een,
al was het maar vluchtige ontmoeting met een familie Roodborsttapuiten aan het dolomietweggetje, doch de plaatselijke landbouwer (ach, zeg maar boer) dacht er blijkbaar anders over, waardoor er, allicht opgeschrikt door zoveel lawaai van die robuuste landbouwwerktuigen, geen van die energieke tapuitjes meer te bespeuren waren.
Dan maar verder richting Vliegerkesweide. Ondanks het nog steeds aanwezige water is het sop er duidlelijk af en behalve de laatste Grutto's, zo voor hun vertrek naar verre landen, pleisterden er slechts enkele Berg- en Krakeenden. Doch als doorwinterde vogelaar laat je steeds je overigens veel te dure kijker nog een tweede en zelfs derde keer over de beruchte plas glijden, wat dan ook resulteerde in zowaar een mannetje Wintertaling, van een late doortrekker gesproken ! Boven de weide kliefde een prachtige Boomvalk door het zwerk, wat een mooie roofvogel is dat toch !
Naderhand was het alweder tijd geworden om de meersen achter te laten tot een volgende keer (ik haat afscheid nemen, dus zeg ik nooit vaarwel...) en begaven we ons te fiets en te Polo richting Kalken, alwaar we hadden afgesproken met onze goede vrienden Erik en Magda. Reeds jaren worden wij hier steeds hartelijk en met open armen ontvangen, met drank en spijs, met een glimlach, met goede raad... Het is dan ook goed vertoeven op het terras van Erik en Magda, en terwijl vanachter in den hof een prooioverdracht plaats vindt tussen twee verliefde Sperwers en de zwaluwen kwetteren en gieren dat het een lieve lust is, zweven boven de aanpalende straat een koppel van die mooie Boomvalken... Omdat ik dus geen afscheid kan nemen en de klimatologische omstandigheden er zich toe leenden, nodigde ik onze goede vrienden uit op een barbecue, waardoor het gebeurde dat we amper een uurtje later met z'n vijven gezellig zaten te keuvelen in het Overmeerse Molenveld...
Morgen worden mijn lieve echtgenote en ik verondersteld aanwezig te zijn in het ziekenhuis van het ooit zo levendige Wetteren, alwaar de geleerde gynaecoloog onze Gustaaf er ongetwijfeld zal op wijzen dat het nu wel hoog tijd is geworden om zijn veilig nest te verlaten... Beschouw dit niet als een afscheid mijn lief boeleke, als mama en papa later voor de zoveelste keer hun geliefde meersen zullen afdweilen, zullen terwijlend Erik en Magda je verwelkomen met veel spijs en drank, warmte en goede raad...
tseef