Live vanuit de meersen
Autobiografisch gekakel van een vermoeide vogelaar
Deel 30 - woensdag 27 december 2006
Beste vogelkijkvrienden,
Zo rond de jaarwisseling bekruipt me steevast de morbide drang om stil te staan bij diegenen die ons verlaten hebben, en ik peins aan Gerard Reve, aan Joe Van Holsbeeck, slachtoffer van debiel geweld, aan Karel Appel, de bizarre expressionist, aan Abu Musab al-Zarqawi, de verpersoonlijking van het doel heiligt de middelen, aan Lomme Driessens, Aaron Spelling, Rudi Carrell, Hubert Lampo, Senne Rouffaer, vaar wel kapitein, aan Hugo Schiltz, zolang de Vlaming leeft, aan Guido Depraetere, Julien Schoenaerts, de beste Vlaamse acteur ooit, aan Nolle Versyp, Paul Hunter, Piether Willem Botha, Ferenc Puskás, Karel Verleyen, Robert Altman, Philippe Noiret, aan Augusto Pinochet, ze hebben je nooit kunnen pakken jij gore smeerlap, aan Clay Regazzoni, aan Bruno Bekaert vooral en aan James Brown, de oerstem, finaal aan Robert Long, met dat onvergetelijke lied "Kalverliefde" :
En 't leek haar 's avonds nog zo echt
En nu opeens heb jij gezegd
"Ik wil niet meer"
De eerste keer doet zoiets zeer
Dan lig je huilend in je bed
Je voelt een redeloos verzet
En ook de pijn
Je denkt "zo zal het nooit meer zijn
Zo zal het zeker nooit meer zijn"
Edoch, tomorrow is another day, en misschien ga ik nog wel eens de Wilde Zwaan in de Broekmeers bewonderen, ontdekt door mijn goede vriend Erik, waardoor ik vijfentwintig euro armer werd... en die Middelste Zaagbek komt verdorie ook staag naderbij... Ze zeggen nochtans dat 2006 het warmste jaar ooit werd, in mijne portemonnee valt daar bitter weinig van te merken.
Ach, 2006, een jaar om allicht niet vlug te vergeten, en wederom glijden mijn gedachten richting de meersen, waar de vondst van Bertha de Koereiger menig hartje sneller deed kloppen en waar ik op die gedenkwaardige veertiende april niet minder dan een Visarend, een Rode Wouw en een Grote Zilverreiger op mijn daglijst aanstreepte...
Blijkbaar voelde de zilverreiger zich in zijn sas in onze geliefde Kalkense Meersen, begin november keerde deze prachtige vogel terug om er voorlopig te blijven... De groene meersen, waar vandejaar Kraanvogels, Zwarte Wouwen en een Grauwe Kiekendief passeerden, waar Kleine Strandlopers en Temminckjes van de Vliegerkesweide een heilige plaats maakten, waar een Roodkopklauwier de plaatselijke vogelaars veschalkte, waar een Graszanger ons wekenlang verblijdde en waar een Kleine Zilverreiger en een bende Kleine Zwanen voor het nodige vertier zorgden...
In mijn persoonlijke achtertuin, het bosje van het Molenveld, stond ik met mijn mond open te gapen naar die Fluiter en naar het koppeltje Boomklevers, dat het illustere plan had opgevat om een nestje te bouwen, doch verjaagd werd door die klotespreeuw en nadien ongelukkigerwijs niet meer terugkeerde... Ook de vele waarnemingen van het koppeltje Bosuil zo des nachts bij mijn nog steeds naar meer smakende Gauloises zijn blijvende herinneringen, gelijk die Kerkuil, die zomaar al roepend over ons huis kwam vliegen, deed mij denken aan mijn wilde jaren, toen ik na een zoveelste kroegentocht in het reeds lang gepasseerde Wetteren, mijn lijf en mijn ziel uitkotste langs een wegeltje in het boerengat Serskamp en ik terwijlend in de verte de schreeuw van de geheimzinnige Kerkuil hoorde...
2006, ook op persoonlijk vlak twaalf gezegende maanden om later, als mijn hoofd volledig zal gekaald zijn en mijn laatste tanden zijn uitgevallen, bij te mijmeren, gelijk die koude januaridag dat mijn wonderbaarlijke prinses mijn vrouw werd, of die veel te hete junidag, waarop het wonder zich geschiedde en Luka Maria ter wereld werd geworpen... Het jaar waarin de dochter van mijn prinses me na al die jaren voor het eerst papa noemde...
Ik weet het, het was niet altijd vanzelfsprekend, maar het is je toch gelukt ! Papa is fier op je mijn kleine lieve meid...
Ik moet nu gaan beste vogelkijkvrienden, het wordt me hier weer te veel...
tseef