Live vanuit de meersen
Autobiografisch gekakel van een vermoeide vogelaar
Deel 36 - woensdag 17 oktober 2007
Beste vogelkijkvrienden,
Een woensdagnamiddag, ergens in oktober... Op de onderhand reeds historische speelmat ben ik wat aan het rollebollen met Luka Maria, en ik trek gekke bekken en ik spring en ik zing, nog valser dan Liliane Saint Pierre in haar glorietijd, en plots dwalen mijn gedachten af naar Bruno Bekaert.
Ooit schreef ik hem een mail in verband met mijn niet meer uit het straatbeeld weg te denken website, hij antwoordde me dat hij van tegenwoordig niet veel tijd meer had, met de opvang van zijn zoontje en van die dingen... Pakweg een jaar geleden stonden we met zijn allen op het pleintje voor het huis Gods in het godvergeten boerengat Massemen... En we aanhoorden trieste teksten over een ventje, ik geloof genaamd Bas. Lieve kleine Bas, je papa is je ginder boven nog niet vergeten...
Met ons ventje gaan we komende vrijdag richting het huis der zieken, alwaar een grote magere meneer in een veel te groot groen kleed op een hopelijk vakkundige manier diabolo's in zijn oortjes zal deponeren, om eindelijk toch maar eens die vervelende ontstekingen de baas te kunnen. En ik zal zenuwachtig zijn, en die ochtend, rond een uur of acht, zal ik reeds wel een half pakje Gauloises tabak hebben opgerookt, en ik zal lastig en tevens ambetant lopen, want de lange slungel met de diepe groeven in zijn reeds te verouderde aangezicht, zal ons boeleke in een quasi comateuze toestand moeten verzuipen... Diabolo's, van diabolique, des duivels, gelijk die dag waarop ze mijn moeder naar de verdoemenis hebben geholpen, nooit meer deftig ontwaakt uit een routineklus...
Oktober, en het regent her en der weer Grote Zilverreigers, vooral een stuk of negen over het Kalkense Broekmeers, naar ginder geblazen door de ervaren adem van goeroe Crapoen. Hoe doet ie het toch, vraag ik me soms af, aangeboren oerinstincten, of misschien gewoon veel de buitenlucht opsnuiven... De rest van zijn discipelen probeert te volgen, met een IJsgors, al eens een Klapekster zowaar, doch aan een Roodkeelpieper zijn ze begot nog niet geraakt... Ondertussen houd ik me ledig met een Rode Wouw, nog anderen met Zwarte Spechten en Geelpootmeeuwen, Bokjes en vermeende Velduilen, en de Graszangers, die zijn we onderwijl al halvelings kotsbeu ! En wat te denken van die Roodpootvalk uit september, reeds een eeuwigheid waren de foto's beschikbaar, toen plots een mister nobody eeuwige roem vergaarde en de lokale pipo's te zeiken zette; was ik maar een mister nobody denk ik dan bij mezelf...
Luciano, Luciano Pavarotti, hij is niet meer, de lamme goedzak met de briljante tenorstem, die zelfs mij kon beroeren met zijn 'O sole mio, zijn Nessun dorma!, zijn Panis Angelicus... Godverdomme toch, waarom kunnen die mannen niet blijven leven, zeg me dat eens ? Gelijk een Elvis, een Jimi Hendrix, een Patrick Nebel, een Janis Joplin, een Jim Morrison, een John Lee Hooker vooral, met zijn onnavolgbare My Dream,
"My dream.
my dream I wished, I wished, It was true,
was true My dream, dream, of you".
Jos Brink, die pedante Hollandse janet, van in de tijd toen nog elf Vlamingen op tien naar Nederland 1 of 2 keken, ook hij heeft opgehouden te bestaan, ach, er zijn geen zekerheden meer in het leven, nietwaar...
Zelfs mijn oogappel vertikt het soms zijn vader een kusje te geven als die daar voor de zoveelste keer om smeekt... Overdaad schaadt, tot die ene keer, toen ik op het lumineuze idee was gekomen om mijn zoon voor te stellen aan het ietwat oudbollige portret van zijn reeds lang voor zijn geboorte gestorven grootmoeder... Nooit meer zal ik vergeten hoe het pientere baasje, alsof hij reeds een vermoeden van weekheid bij zijn papa ontwaardde, op een aandoenlijke manier een zoentje gaf aan oma Miet...
Ach, binnenkort zal het 25 jaar geleden zijn dat ik mijn eerste sigaretje opstak... en dat moet gevierd worden nietwaar ! Waar zijn de tijden van het pakje Bastos, de Zemirs en de Groene Michellekes, de Johnson zonder filters en de Muratti Ambassadors... Om finaal te eindigen in schoonheid, Gauloises, mélange original, coupe fine, met een scherpe touch, voor echte venten, die des ochtends staan te rochelen dat het niet mooi meer is, na een alweer veel te korte nacht, want Luka Maria Meganck kent er wat van... en dan sta je 's morgens, terwijl buiten de dageraad het wijze besluit heeft genomen om nog wat te blijven liggen, reeds in alle vroegte zijn middagmaal met veel liefde en een bloeddruk van wel 16 op ik weet niet meer hoeveel voor te bereiden, en op je nuchtere ingewanden, de overschotjes van zijn gekapt met een flinke scheut samourai naar binnen te werken... En je voelt dat je geen zestien meer bent, en ook geen achtentwintig Rob, en je ogen gaan er op achteruit, want je kan verdomme nog nauwelijks de bijsluiter van zijn zoveelste hoestsiroop ontwaren, en je denkt, godverdomme, ik word oud, of nee, zeg je dan plotsklaps bij jezelf, ik bén oud, weldra alreeds veertig, en je denkt 'dat kan godverdomme toch niet waar zijn zeker', want je wil niet oud worden, je wil nog jaren en jaren genieten van je kleine sloeber en van zijn grote zus, die weldra reeds een lief aan de deur zal hebben, en die zal komen zagen voor de pil en al die smeerlapperij, en je wil nog wat profiteren van de meersen en van de paringsdans van de ooievaar, en je wil dit en je wil dat en weldra ben je er niet meer, gelijk Luciano, en gelijk Jos, en Bruno...
tseef