Live vanuit de meersen
Autobiografisch gekakel van een vermoeide vogelaar
Deel 28 - zondag 19 november 2006
Beste vogelkijkvrienden,
Dat sleuren met die veel te zware rotsblokken heeft me geen deugd gedaan... Twee weken later zit ik nog steeds met bij tijd en wijlen helse pijnen in de onderrug, ik kan verdorie met moeite mijn kousen aantrekken ! Het zit in de familie, gelijk men zegt, mijn vader moest onlangs zelfs onder het mes met een hernia, jezus moeder maria gods, bespaar me daar van ! Ik haat dokters en ziekenhuizen, maar als je je zoon niet meer in zijn park kan leggen, dan wordt het hoog tijd... Enkel tijdens het liefdesspel lijk ik daar om één of andere onverklaarbare reden geen hinder van te ondervinden en wringen mijn juweeltje en ik ons in de meest bizarre kronkelingen, doch dit volledig terzijde...
Vorige week werd er een Grote Zilverreiger gemeld aan het Heisbroek, aangezien ik daar toch min of meer moet passeren als ik naar het godvergeten gat Lede rij, op weg naar naar de centjes en de stress vooral, ging ik vlug een kijkje nemen... Daar aangekomen liep ik gelijk een onwetende beginneling en zonder dekking zomaar naar het water toe, waardoor, u raadt het al, gans den boel de lucht in vloog ! De zilverreiger wist niet wat hij moest denken van zoveel onkunde en besloot na een paar rondjes dan maar wijselijk het gebied te verlaten; vijfentwintig jaar vogels kijken en dan kom je dit tegen, om je bloot gat van laten te zien, of zoals Victor Meldrew zou zeggen :
"I don't believe it !"
Later die dag kreeg ik van mijn goede vriend Erik echter het geruststellende bericht dat 'de witte van Uitbergen' was teruggekeerd, waardoor ik me twee dagen later opmaakte om opnieuw een kijkje te gaan nemen, zilverreigers, dat went niet hè ! Wederom werd ontgoocheling mijn deel, stond mijn Harley daar toch wel met een platte band zeker ! Dan maar vlug bij de Vriese, die natuurlijk gesloten is, waardoor ik twee dagen met de fiets naar het station moet peddelen, en waar dan andermaal wordt bewezen wat ik al een tijdje wist : ik heb verdomme geen conditie meer ! Jarenlang fietste ik tot drie maal in de week van de ajoinenstad Oilsjt naar het toen nog zwierige Wetteren en terug, vaak met een bezat gezicht, in weer en wind, op een ochtend kwam ik zelfs thuis gesukkeld met ijspegels aan mijn hippiebaard ! Doch heden thans op dit moment nader ik de veertig, een leeftijd die ik beschouw als een keerpunt in mijn leven, een leeftijd waarop een mens aan zijn gezondheid moet beginnen denken niewaar, want zeg nu zelf, dat is toch geen zicht als je om de kilometer even de benen moet halt houden omdat het godverdomme gewoon niet meer gaat... Dus gaan Isabelle en ik binnenkort badminton spelen, met Ingrid en Raf, het zweet breekt me nu al uit langs alle kanten... Jaja, we beginnen zowaar enkele sociale trekjes te vertonen, ma femme et moi, terwijl ons Cloé in de gloednieuwe sporthal zich te pletter volleybalt (het dansen is al lang vergeten), staat mijn prinses gezellig te keuvelen met de vrouw van Tjörven De Brul, het Overmeerse dorpsleven...
Onlangs liepen er enkele duistere individuen een groepje te vormen hier 'in den bos achter ons', bleek het de zoon van de eigenaar te zijn; er onstond een conversatie, over vogels en braamstruiken, want meneer zijn madam vroeg of ze dat hier niet allemaal moesten wegdoen, daar ze dat blijkbaar nogal storend vond voor ons... Ik antwoordde haar dat de vogeltjes daar hun nestjes in maken, waarop madam zeer spitsvondig opmerkte : "Aaaa, u bent een vogelliefhebber ?". Ik antwoordde haar : "Ja, nogal...", waarna het gesprek gezapig verder kabbelde en ik tot mijn grote vreugde vernam dat de eerstkomende jaren er geen sprake van was dat ze het bos gingen platleggen ! Bijna wou ik deze mensen van stand omhelzen, doch zonder enige zichtbare emotie nam ik beleefd afscheid van de bourgeoisie...
Vorig weekend waren we uitgenodigd bij één van mijn vogelkijkvrienden. Het werd een uiterst genietbare avond bij Jacques en Marleen, de gastheer ontpopte zich daarbij tot een bekwame kok (alleen al voor die overheerlijke soep keren we zeker nog eens terug mijn beste), terwijlend kon de gastvrouw na al die jaren nog steeds niet haar gezellige Zeelandse roots verbergen, wat tot een grappige mengeling van dialecten leidde; ook de andere genodigden, nonkel Erik en tante Magda, lieten het zich allemaal wel gevallen; onze Luka Maria was niet weg te slaan bij grote kindervriend Jacques, er werden enkele straffe verhalen verteld, over vogels (of wat dacht ge) en over 'groene tsouten', over het leger en over ratten, en het eten, dat bleef maar smaken !
Zondag, en ons Cloé maakt de chiro onveilig... De zon schijnt nog eens, het ideale moment om met Luka Maria naar de kouter te trekken. De leegte van november, met daar plots toch een Buizerd, in de verte de weemoedige roep van een Wulp, achter ons de laatste overgebleven Patrijs... Aan het vervallen boerderijtje van de Koningstraat richt Luka plots zijn blik aandachtig naar boven, in de bomen is immers een groepje Spreeuwen begonnen aan een samenzang, de ornithologische toekomst van Overmere is verzekerd...
Terug thuis worden we verwelkomd door Martha de Molenveldse Merel, allicht de dochter van Marceline ! Al even knap, niet schuw doch goed wetend wat ze wil in haar leven... Wil je eens van mij de groeten doen aan je ma ?
tseef