Wout De Rouck, Belgisch recordhouder jaarlijsten
In 2017 ondernam Wout De Rouck een poging om het Belgische record jaarlijsten te verbreken, waarbij er zoveel mogelijk vogelsoorten op een jaar tijd dienen 'getikt' te worden. Het werd een jaar met vallen en weer opstaan, en vooral een verpulvering van het vorige record, voor het eerst immers werd de magische Belgische kaap van 300 soorten gehaald én zelfs ruimschoots overschreden.
Overmeerse Vogels kon de nieuwe Belgische recordhouder interviewen...
Je hebt er die bezeten zijn door voetbal, anderen gaan al eens een pintje drinken. Jij brak het Belgisch record jaarlijsten. Stijn Baeten en Jonas Pottier konden je er in oktober 2016 van overtuigen om volop voor het record te gaan. Met weloverwogen argumenten slaagden ze er in om je warm te maken voor allicht je belangrijkste project ooit in je 'carrière' als vogelaar. Was je hen daar achteraf dankbaar voor ?
Zeker weten ! Het (semi-)jaarlijsten begon de laatste jaren terug wat populairder te worden en ze hebben daar handig gebruik van gemaakt. Ik ben natuurlijk op sommige vlakken ook wel makkelijk beïnvloedbaar, dus ondanks het feit dat ik mezelf reeds had voorgenomen om nooit aan een jaarlijst te beginnen, hebben ze me toch kunnen overhalen om het te wagen.
Hoe bereid je je voor op dergelijke onderneming ? Stijn en Jonas hadden blijkbaar reeds een goed uitgewerkt plan naar voren geschoven ?
Zij hadden inderdaad een geniepig, maar ingenieus plan bedacht om mij, iemand die zogezegd nooit een jaarlijst ging doen, ervan te overtuigen om er wel eentje te doen. Ik ken die twee natuurlijk al vele jaren, Stijn ondertussen zelfs al 14 jaar, dus ze wisten hoe ik zou reageren als ‘anti-jaarlijster’. Ze counterden elk argument dat ik aanhaalde om er niet aan te beginnen en uiteindelijk hadden ze me schaakmat gezet. Ik moest en zou de eerste worden die de kaap van de 300 soorten zou ronden, met dat argument was het beslist. In de loop van het jaar kwamen we nog enkele keren samen om het verloop van de jaarlijst te bespreken. Was het nog haalbaar ? Moesten er wat meer zeldzaamheden gevonden worden ? Stond ik er goed voor ?
In 2016 haalde de Nederlander Arjan Dwarshuis de wereldpers met zijn wereldrecord jaarlijsten. Arjan zag niet minder dan 6852 soorten op een jaar tijd. Was hij een soort van inspiratiebron voor jou ?
Nee, totaal niet eigenlijk, aangezien je het ook echt niet kan vergelijken met elkaar. De motivatie en inspiratie om het te doen en vol te houden kwam uiteraard door de steun van vrienden en andere vogelkijkers, maar zeker ook door de verbeterde technologie en het feit dat sommige soorten de laatste jaren serieus waren toegenomen wat misschien een voordeel zou kunnen opleveren. Zo denk ik bijvoorbeeld aan Dwerguil, Steppekiekendief en Grijze Wouw. Zo’n wereldlijst zoals Arjan ga je mij nooit zien doen. Ik heb wel met veel plezier zijn avonturen gevolgd op de Dutch Birding-website en ik kan me natuurlijk wel herkennen in de momenten dat hij op het nippertje nog een soort zag of er een miste.
Was je naderhand niet liever een Hollandse jaarlijster geweest ? Daar bedraagt het record 360 soorten dacht ik, Nederland waterland, vogelland...
Neen, in België valt jaarlijsten nog te combineren met een job (hoewel het me toch enkele soorten gekost heeft), in Nederland is dat totaal niet het geval. Er lopen daar zoveel meer vogelkijkers rond, waardoor er ook een stuk meer zeldzame soorten worden gevonden. En dan heb je nog die eilanden waar je om de haverklap naartoe moet en als je er dan eenmaal bent, wordt er misschien weer iets op het vasteland gevonden. Financieel moet je het ook aankunnen natuurlijk. Op een zo hoog mogelijk niveau jaarlijsten in België is een kostelijke grap, laat staan in Nederland.
Je bent financieel deskundige bij de FOD Financiën. Was er vooraf een regeling getroffen met je bazen om zoveel mogelijk vrije tijd bijeen te sprokkelen ? Of nam je sowieso een jaar verlof zonder wedde ?
Neen, een regeling heb ik niet getroffen. Ik heb het geluk dat mijn job vrij flexibel is, dus ik heb regelmatig overuren gepresteerd om ze op te nemen als het nodig (en mogelijk) was. Als je als werkende mens voor een stevige jaarlijst wilt gaan, heb je volgens mij een flexibele job nodig, anders wordt het moeilijk.
Ik heb me laten vertellen dat er, althans in 2017, geen partner in je leven was. Wat betreft het najagen van een record jaarlijsten ongetwijfeld een 'voordeel', als ik het zo mag noemen ? Je had immers aan niemand verantwoording af te leggen, je hoefde met niemand rekening te houden... De vorige recordhouder werd voor de eerste keer vader in april, tijdens zijn recordjaar dan nog wel, in principe kon het toen niet echt... Pas eind mei is hij er serieus beginnen voor gaan. Ik bedoel maar : alle puzzelstukjes moeten in mekaar klikken tijdens zo een recordjaar ?
Dat was inderdaad één van de argumenten die Stijn en Jonas in 2016 aanhaalden en het ‘helpt’ wel om geen vriendin/vrouw te hebben in zo’n jaar. Ik heb het altijd al straf, maar knap gevonden dat Johan in het jaar dat hij vader werd, het toch gepresteerd heeft om een mooi record te halen. Een jaarlijst ondernemen is op zich al vermoeiend en om dat dan nog te combineren met het vaderschap is wel heel straf, al zal de steun van zijn naasten toch wel enorm sterk geweest moeten zijn.
Op je 28ste het jaarlijstrecord verbreken, de ideale leeftijd ?
Ik denk dat ik me wel in de ideale leeftijdscategorie bevind voor zo’n onderneming. Je kan fysiek nog veel aan en hoort alles nog goed. Ik denk wel dat dat factoren zijn die kunnen helpen om, samen met een jong en enthousiast team, verschillende soorten te vinden die je jaarlijst naar een hoger niveau tillen. En dat is ook gebeurd.
Je bent gedurende je recordpoging gespaard gebleven van plagen en ander onheil ? Op het einde begon je vatbaar te worden voor ziekte, allicht oververmoeid ? Gelukkig kreeg je pas na nieuwjaar de griep...
Dat was iets waar ik inderdaad schrik voor had. Ik voelde na enkele maanden reeds de vermoeidheid na al het vogels zoeken en het rijden en dan kwam er eind april-begin mei nog een periode van iets meer dan twee weken elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat vogels zoeken aan. Toch zware kost hoor, maar ik ben er zonder ziekte vanaf gekomen. Ook de rest van het jaar was heel zwaar, maar gelukkig ben ik iemand die niet zo gemakkelijk echt ziek wordt. Enkel begin december was ik echt ziek, maar die Baardgrasmus moest gezien worden, dus dan hou je toch nog even vol. Vanaf 3 januari 2018 was het wel prijs, met inderdaad een griepachtig virus, maar het jaar was dus gelukkig voorbij :-)
Hoe vaak heb je er niet naar uitgekeken om eens gewoon een weekend in je luie zetel te zitten en naar 'de koers' te kijken bij wijze van spreken, iets wat je in 2017 veel te weinig hebt kunnen verwezenlijken vermoed ik ? Had je af en toe wat nood aan rust tijdens het jaar heen ?
Goh, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix mis ik bijna elk jaar, omdat het in april al leuk is om buiten te lopen, dus dat was niet zo erg :-)
Maar naar momenten van rust heb ik soms wel uitgekeken, al wist ik dat die toch pas écht het jaar nadien gingen komen. Ik lette er wel op dat ik in de week, als het al donker was, op tijd mijn bed in kroop en in de eerste helft van juli heb ik ook wel een enkel keren beslist om niet tot ’s avonds vogels te kijken. Avondjes weg met vrienden waren er niet bij, maar dat probeer ik nu iets of wat goed te maken.
Zelf loop ik al jaren te jaarlijsten in eigen streek (met wisselend succes, doch dit volledig ter zijde). Het is daarbij, steeds die verdomde rangschikking indachtig, niet alleen een quasi dagelijks gevecht met het record, ook en vooral met jezelf, niet ? Het is soms een kwestie van moeten...
Inderdaad, je hebt soms geen keuze en dat kan enorm frustrerend zijn. Zo heb ik verschillende keren richting kust gereden voor soorten waar ik op voorhand al bijna zeker was dat ik ze niet ging vinden. Poelsnip in De Haan, Graszanger in Uitkerke,… Dat waren momenten dat het mentaal soms toch wat moeilijk werd, maar daar moet je gewoon door. Dan heb je je vrienden soms wel nodig die je de spreekwoordelijke ‘stamp onder uw gat’ geven. Bijvoorbeeld midden mei zat ik er toch even onderdoor, toen dacht ik even of het de opofferingen en het geld allemaal wel waard was. Ik had enkele ‘dips’ (mislukte twitch) achter de rug in de week en daardoor begon ik me tegelijkertijd ook wat eenzaam te voelen. Maar anderzijds wist ik dat het record nog steeds mogelijk was en dat we nog niet halfweg waren, dus stoppen kon en mocht gewoon niet.
Jaarlijsten is niet steeds een gezonde bezigheid... Een belangrijke constante doorheen het jaar waren de gigantische hoeveelheden friet en fastfood, voornamelijk te wijten aan tijdsgebrek. Soms werd er aldus gepland dat je vrienden het stuur overnamen, terwijl jij naast hen lag te slapen...
Ja, dit moet toch wel met voorsprong mijn meest ongezonde levensjaar geweest zijn, maar ik heb van elke friet genoten :-)
Ongezonde voeding in combinatie met ongezonde drank en veel te weinig water zal de vermoeidheid nog wel wat de hoogte ingejaagd hebben. Aan het einde van zowel voor- als najaar, als de vermoeidheid op zijn toppunt kwam, hebben mijn vrienden dan wel enkele keren gereden. Slapen was er meestal niet bij, maar ik heb er toch van genoten om eens niet achter het stuur te hoeven zitten.
Wout De Rouck, ‘El Rucqo’ aka ‘De Woef’, zal voor eeuwig en onlosmakelijk verbonden blijven met Monster. Hoeveel liters heb je daarvan tijdens je recordjacht niet achterover gekapt man ?
Goed veel, veel te veel. Ik heb het niet bijgehouden, maar ik vermoed toch iets rond de 200 liter. Elk hulpmiddeltje kan het verschil maken !
Sinds de vorige recordpogingen is de technologie er flink op vooruit gegaan. Sociale media en apps allerhande (zowat iedere zichzelf respecterende vogelwerkgroep heeft tegenwoordig wel een whatsappservice), Belgian Bird Alerts, andere middelen van communicatie. Johan Buckens kon al beschikken over waarnemingen.be, bij zeg maar een Davy De Groote (2006) of een Filiep T'jollyn (2007) was dat minder het geval. De moderne jaarlijster heeft meer middelen voorhanden dan ooit tevoren...
Inderdaad, dat was ook één van de hoofdredenen om eraan te beginnen. De communicatie verloopt de laatste jaren zo snel, het aantal waarnemers op waarnemingen.be blijft toenemen en ga zo maar door. Na het recordjaar van Johan had nog niemand ten volle gebruik gemaakt van de nieuwste technologische ontwikkelingen om zijn record aan te vallen, dus op vlak van technologie lag de weg nog bijna volledig open voor me.
Het werd de allereerste keer dat een Belgische birdwatcher 300 soorten of meer op een jaar haalde. Het vorige record stond op naam van Johan Buckens, een van onze topvogelkijkers aan de kust, die in 2009 het mooie aantal van 298 soorten bijeen sprokkelde. Driehonderd, een magisch getal ?
Het behalen van de 300 was ook de uiteindelijke reden waarom ik eraan begonnen ben. Het breken van het record was leuk, maar ik wilde gewoon de eerste Belg zijn die de magische kaap van de 300 soorten rondde, overigens ook het doel van Johan in zijn jaar. Het record kan en zal nog wel eens verbroken worden, maar je blijft nog altijd de eerste die de kaap van de 300 wist te ronden. Het halen van 299, een nieuw jaarlijstrecord, zou uiteraard leuk geweest zijn, maar dan zou ik op het einde van het jaar enorm teleurgesteld geweest zijn moest ik de 300 niet gehaald hebben.
Toen Johan Buckens zijn record aan je kwijtspeelde, gaf dat voor hem een dubbel gevoel... Dergelijk recordjaar is "heel heftig", "je bent er toch een gans jaar mee bezig", "het is meer in mijn kleren blijven hangen dat ik dacht"... Johan liep tijdens je recordpoging zelf weer veel in het veld waarbij het gevoel wat ambigu was : zelf een goede soort vinden waarbij je dan eigenlijk iemand helpt om je eigen record te doen sneuvelen... Een begrijpelijke reactie allicht. Zo vond hij voor jou een Grote Burgemeester.
Dat valt zeker te begrijpen en dat dubbel gevoel gaat er bij mij absoluut ook zijn als iemand anders zich waagt aan het behalen van het record. Het gaat ook bij mij een zwaardere indruk nalaten dan gedacht, daar ben ik zeker van. Eigenlijk is dat nu reeds het geval. Ik ben Johan uiteraard heel dankbaar dat hij toch veel is blijven zoeken en het was altijd leuk om hem, vaak tijdens het checken van de bosjes aan de oostkust, tegen het lijf te lopen. Hij vond inderdaad een Grote Burgemeester, die ik dankzij zijn nauwkeurige aanwijzingen vlot kon terugvinden, maar hij belde me ook zelfs op toen hij in het Zwin een Strandplevier had, maar die had ik toen reeds gezien in Doel. Ook in het najaar belden we regelmatig om af te stemmen wie welke bosjes ging checken en/of er veel vogels aanwezig waren. Respect !
Anderzijds was "het Wout enorm gegund, omdat het zo een gedreven, goede vogelkijker is", aldus Johan Buckens. Een leuk compliment van de vorige recordhouder... Johan schudde je dan ook reeds in september de hand, bij de Noordse Nachtegaal, hoe voelde dat ?
Johan is nog steeds iemand naar wie ik al vele jaren opkijk, dus het was zeker leuk om van hem te horen dat ik goed bezig was. Toen hij mij de hand schudde bij de Noordse nachtegaal feliciteerde hij me eigenlijk met het nieuwe record dat ik toen nog niet behaald had, wat voor mij eigenlijk nogal dubbel was. Ik hoorde van meerdere mensen rondom mij dat het record en de 300 na de Noordse nachtegaal eigenlijk echt wel binnen moesten zijn, maar ik ben soms toch wel een doemdenker en dus had ik dat gevoel van ‘ik heb het gehaald’ nog niet echt. Dat kwam er pas op het einde van de eerste week van oktober, toen ik met Woestijntapuit mijn 299ste soort zag.
Johan zei over jouw record het volgende : "Had niet zo vlot gedacht dat het ging gebeuren" omdat het "toen eigenlijk wel een vrij uitzonderlijk jaar was". Hij startte dat jaar immers al onmiddellijk met Sneeuwuil, Provençaalse Grasmus, Bruine Lijster, Dikbekfuut... De jongste jaren, 2016 misschien uitgezonderd met een enorm goed najaar, was het record najagen een quasi onmogelijke opdracht, en toen werd het 2017, het jaar waarin het moest en zou gebeuren ?
2009 was op vlak van écht goeie soorten inderdaad wel echt een goed jaar, maar qua semi-zeldzaamheden waren er hier en daar toch gaten in te vullen. Zo ontbraken er bij Johan bijvoorbeeld Sperwergrasmus, Reuzenstern en Roodkeelpieper op zijn jaarlijst. De focus lag dus vooral op het zelf zoeken naar die semi-zeldzaamheden en uiteraard maak je door het vele rondlopen ook kans om een écht goeie soort te vinden. Uiteindelijk heb ik van die semi-zeldzaamheden maar weinig gemist en was het op vlak van écht goeie soorten ook nog een leuk jaar, waardoor ik het verschil heb kunnen maken, al had ook ik niet gedacht dat het zo vlot ging lukken.
Het voorjaar verliep naar verluid erg stroef, volgens insiders verloor je toen vaak de moed. Naar het zich liet aanzien wou je het zelfs al in januari opgeven ? Nochtans startte je sterk met Witkopgors, Humes Bladkoning...
Goh, de laatste jaren blijven er steeds nog enkele goeie en leuke soorten achter van het jaar ervoor, dus een goeie start vond ik het niet meteen. Het twitchen van die Humes Bladkoning liep zelfs maar op het allerlaatste nippertje goed af. Na een hele dag zoeken met verschillende vogelkijkers in het parkje in Brugge hadden we immers nog niets gehoord of gezien. Enorm frustrerend, aangezien dat beestje mij een zekerheid leek om op de jaarlijst te kunnen zetten. En toen begon het te schemeren en keerden we terug naar de auto, ik uiteraard volledig gefrustreerd. Ik had het op die moment al helemaal gehad met het jaarlijsten en we waren nog maar 8 januari. Maar op het moment dat ik bijna mijn deur wil opendoen begint dat beest constant te roepen, iets wat ik Bladkoningen in het laatste licht ook al heb weten doen. En de stemming sloeg helemaal om :-)
In het algemeen vond ik het eerste deel van het jaar toch wel de moeilijkste periode. Het duurde soms lang tot er iets goed uitkwam en je leeft gewoon in constante onzekerheid. Je begint dan vaak te rekenen en dan blijkt dat je toch nog veel moet zien voor de 300, redelijk stresserend en zeker ook frustrerend als er dan enkele soorten niet (meteen) lukken zoals Bijeneter en Roodstuitzwaluw. Iets wat ik ook vaak deed was naar jaarlijsten van mijn voorgangers kijken, naar hoeveel goeie soorten ze nog gezien hadden in de periode die nog voor de deur stond. Het aantal nieuwe soorten viel toch vaak tegen en dan begin je toch wel te denken van ‘het zal toch niet waar zijn’. Dat helpt je dus niet echt vooruit op mentaal vlak :-)
Klopt het dat je auto - bij tijd en wijlen werkelijk een stort, zoals het past voor een jaarlijster - ergens de geest had gelaten, waarna je die van je ouders hebt overgekocht ?
Nee, dat klopt niet helemaal. De auto, een Ford Fiesta, was eigenlijk totaal niet gemaakt om veel kilometers te rijden, waardoor ik begin januari al aan het twijfelen was om de jaarlijst door te laten gaan. Ik had toen immers reeds te horen gekregen dat ik mijn auto kapot aan het rijden was. Uiteindelijk heb ik er nog mee gereden tot eind juni om dan de auto van mijn ouders over te kopen, eentje die de kilometers wat beter aankon. De Ford Fiesta rijdt momenteel trouwens nog steeds rond :-)
Dergelijk record zou niet mogelijk geweest zonder de welgekomen hulp van anderen. Noordse Nachtegaal gevonden door Jonas Pottier, Griel en de fabelachtige Steenarend door je kompaan Stijn Baeten, Westelijke Bergfluiter door Elie Coremans. Je geoliede equipe vond tevens een Waterrietzanger, Poelruiter, Griel, een tamme Morinelplevier, Lachsterns en Reuzensterns, Sperwergrasmus, Kuifaalscholvers, Witbuikrotganzen, Stormvogeltjes, Vale Pijlstormvogels, een pleisterende Roodkeelpieper, Frater... Voorwaar een indrukwekkend lijstje ! Zoals je zelf zegt : "Een goed team rond je hebben dat er mee voor gaat, doet echt veel !"
Iedereen was altijd welkom om mee te rijden en samen je aan een nieuwe soort te helpen.
Absoluut, dit team was gewoon waanzinnig. Ik had het er nooit van durven dromen dat we samen zoveel goeie soorten zouden vinden. Het was natuurlijk een extra pluspunt dat mijn vrienden allen op dezelfde lijn zaten en er dus vol invlogen om iets nieuw te vinden voor mijn jaarlijst. Maar ook het samen delen en vieren van de mooie momenten blijft uiteraard onvergetelijk. Dat maakt het vogelkijken ook duizend keer plezanter.
Over je dreamteam gesproken : je staat bij velen gekend als een sympathieke, 'kalme mens' en een super goede vogelkijker uiteraard, vandaar ook dat je big year zo'n hit geworden is ?
Dat zijn allemaal mooie complimenten natuurlijk ! Ik denk wel dat dat me zeker geholpen heeft tijdens de jaarlijst. Het hebben van goeie connecties heeft er zeker voor gezorgd dat ik sneller iets kon regelen om een bepaalde soort te zien of dat ik meteen verwittigd werd als er ergens een goeie soort gevonden was. Zo denk ik bijvoorbeeld aan Kenny Hessel die me in de loop van het jaar meteen belde als hij een nieuwe soort gevonden had, Jan Vanwynsberghe die me belde toen Adrien Holvoet de Grauwe Fitis van Elsenborn had gevonden en ga zo maar door.
Joachim Pintens noemt je een 'supertoffe mens'. Anna Schneider, één van je beste vrienden, catalogeert je als 'super vriendelijk, down to earth, behulpzaam, sociaal,...' Ondanks de stress van een jaarlijst vond ze het heel fijn dat je steeds tijd maakte voor je maten en anderen in je kielzog meenam. Je bent een graag geziene gast in het veld...
Het was altijd fijn om samen met de anderen vogels te zoeken en ook leuk om te zien dat er tussen de écht jonge generatie wel wat enthousiaste talenten meelopen. Misschien wel het leukste aan de jaarlijst is het feit dat ik met sommige vogelkijkers, vooral van mijn en de jongere generatie, veel beter bevriend ben geraakt. Daar zal ik toch vaak aan terugdenken als ik aan 2017 denk.
Stijn Baeten, waarmee je al jaren een quasi onafscheidelijk duo vormt, bestempelt je als "loyaal, een tikkeltje eigenwijs (in de goeie zin), éénmaal hij echt voor iets gaat, een doorzetter pur sang".
Voor Stijn kruidt de 'kameraderie' het hele gebeuren heel erg hard. Mooie woorden, toch ?
Zeker ! Vogels zoeken op je eentje is sowieso al plezant, maar dat in het veld kunnen delen met Stijn en de anderen maakt het echt nog vele malen leuker. Je moet ook regelmatig eens onnozel kunnen doen tegen iemand hé. Elke dag honderd procent focus op de vogels zou ik na een tijdje niet meer aankunnen.
Nog even over 'de jeugd van tegenwoordig', er loopt een rits begeesterde jonge wolven in de velden die verdomd goed is ! Wat te denken van een Joachim Pintens en een Elie Coremans (Siberische Boompieper, Woestijntapuit, Westelijke Bergfluiter...), een Louis Robeyns ? Peter Wijnsouw die goed bezig is, een Sam Dewanckele, Elias Tibax, Steven Van den Bussche, noem ze maar op... Een Romain Dumont de Chassart die plots, out of the blue, tevoorschijn werd getoverd in het Belgische vogelwereldje. En uiteraard : Lander Kestemont ! De toekomst is verzekerd ?
Dat is iets waar ik het afgelopen jaar ook vaak heb over nagedacht. Als ik zie wat sommige van die gasten al hebben laten zien, dan komt de volgende generatie er niet meer aan hé, die staat er gewoon al. Altijd leuk om met die gasten vogels te gaan zoeken of ze tegen te komen in het veld, het enthousiasme druipt er meestal van af !
Je hebt uiteraard zelf erg hard gewerkt om nieuwe soorten te vinden, daarbij warempel een appartement gehuurd aan de kust om een paar weken elke dag keihard vogels te zoeken. Het komt niet allemaal zomaar vanzelf...
Dat was voor mij persoonlijk de leukste periode van het jaar. Twee weken, de laatste van september en eerste van oktober, weg van huis, waardoor ik toch een ‘vakantiegevoel’ had. Overdag diehard de bosjes van de oostkust checken, steltlopers zoeken en seawatchen. ’s Avonds napraten met een pintje. Ik voelde me soms ’s avonds wel wat minder, ongetwijfeld door de toenemende vermoeidheid, maar door te overnachten aan zee en de goede zorg van mijn vrienden kon ik toch voldoende recupereren. Anna bereidde zelfs verschillende maaltijden voor in Antwerpen om ze dan mee te nemen als ze naar zee kwam, wat een schatje !
Een geslaagde recordpoging gaat vaak gepaard met een succesvolle seawatch. Johan Buckens had "een verschrikkelijk slecht najaar". Bij jou liep het iets vlotter, so to speak...
Qua echt goede soorten was het tweede deel van Johan zijn jaarlijst nog best goed, maar er ontbraken enkele extraatjes die ik wel wist te zien, zoals Sperwergrasmus. Ook met het seawatchen had ik wat meer geluk om toch enkele soorten meer te zien in de vorm van Kleine Alk en Stormvogeltje. Maar het was toch vooral genieten van de dagen met vele honderden Noordse Pijlstormvogels en jagers. Ik zag ook mijn eerste adulte Kleine Jager met lange staartpennen, echt kicken !
Zoals ik reeds aanhaalde, niets komt vanzelf, zo ben je in augustus nota bene niet minder dan 17 uur gaan turen over een oersaaie zee op zoek naar een Vale Pijlstormvogel. Chapeau zeg ik dan !
Dat heb ik enkel gedaan omdat het moest, niet voor mijn plezier. Gelukkig was Stijn er meestal bij, dat maakte het toch wat aangenamer. Als je dan na verschillende pogingen over een lege zee met enkele waanzinnig verre Jan-van-genten eindelijk die Vale Pijl ziet, is de voldoening wel enorm groot. En eindelijk moest ik niet meer over een lege zee kijken, hallelujah ! Maar Vale Pijlstormvogel is uiteraard niet de enige soort waar we lang achter gezocht hebben, zo denk ik bijvoorbeeld aan Sperwergrasmus. Maar als je veel uren in het veld doorbrengt en goed zoekt, weet je dat je vroeg of laat prijs hebt met het vinden van een zeldzaamheid. Dat is afgelopen jaar meermaals gebeurd met tal van soorten.
Johan Buckens vond tijdens zijn recordpoging een nieuwe soort voor België, een Amerikaanse Goudplevier. Hij ontdekte voorts Alpengierzwaluw, Roodmus, Roodstuitzwaluw... Jij kon ook wel enkele leuke soorten op je conto schrijven, als selffounds denk ik onder andere aan de Gestreepte strandloper (bewust ondergelopen akkers afgelopen in de polders en boem, pats !), Iberische Tjiftjaf, Grote kruisbek... Tevreden van je vondsten ?
Zeker weten ! Maar ik bekijk de vondsten wel als een teamprestatie, ik zocht immers een groot deel van de tijd die ik buiten spendeerde samen met anderen naar zeldzaamheden. De vondsten waren vrij goed verspreid binnen het team, met toch een heel aantal knallers erbij. Ik denk dat iedereen trots mag zijn op wat we bereikt hebben :-)
Op welk moment tijdens het jaar had je het gevoel dat het record er wel in zat ? Pas bij soort 299 of al veel eerder ?
Na de Steenarend op 18 juni, al moest die toen nog aanvaard worden door het BRBC. Dan had ik echt het gevoel van ‘als we de 300 halen, gaan we het toch voor een goed deel zelf afgedwongen hebben’. Maar het was uiteraard nog maar juni en de onzekerheid was nog enorm groot. Er moest namelijk nog veel, heel veel, gezien worden. Het gevoel dat ik de 300 zo goed als zeker zou halen kwam bij mezelf pas na de Stormvogeltjes op 6 oktober, de 297ste soort. In principe moest het dan vrij vlot lukken met nog enkele topweken voor de boeg, die hopelijk gevuld waren met zeldzaamheden.
De dag naderde dat je je magische 300ste soort binnenhaalde, een Aziatische Goudplevier, gevonden door the one and only Kenny Hessel. Als compensatie werd een jaar gratis Duvel voorgesteld, een vogelreis naar Kamtsjatka of een VIP-arrangement voor Graspop 2018. Wat is het geworden ?
Ik heb het financieel haalbaar gehouden : er ligt nog een grote fles Cava in de auto die ik nog steeds moet geven :-)
Stond je die dag op met een voorgevoel ?
Nee, maar toen ik zag dat het Kenny was die me belde, dacht ik wel meteen dat de Aziatische Goudplevier wel eens terug in Doel zou kunnen zitten en mijn vermoeden klopte dus ook. Toch leuk dat de vogel er met zekerheid voor het eerst zat in 2009, het jaar dat Johan zijn jaarlijst deed. De enige jaren dat er zowel Amerikaanse als Aziatische Goudplevier in België werd gezien, zijn trouwens ook de jaren dat Johan en ik onze jaarlijst deden.
Wat ging er door je heen na nummer driehonderd ?
De meeste mensen zullen mij waarschijnlijk wel kennen als een kalme mens, meestal ook na het zien of vinden van een zeldzaamheid en nu was dit niet anders denk ik. Het was immers nog maar 10 oktober, dus de focus lag nu op het zo hoog mogelijk zetten van het record, wat nog aardig gelukt is.
Midden oktober en al meer dan 300 soorten. Begin je dán al te dromen van die 310 ?
Goh, niet echt. Na het halen van de 300 lag de focus wel op het halen van 305. Dat ik uiteindelijk nog richting de 310 zou kunnen gaan, daar had ik wel bij stilgestaan, maar als je weet dat het halen van 300 al zo moeilijk is, lijkt 310 onwezenlijk.
Nummer 301, de Langstaartklauwier in de Zwinbosjes te Knokke, was anders ook wel van een ongekende schoonheid. Én zeldzaamheid... Waar was je toen het bericht van deze Belgische primeur binnenkwam ?
Toen was ik aan het trektellen op de Spanjaardduinen te Bredene, samen met o.a. Johan, Stijn en Elie, in de hoop dat er een Siberische Boompieper of Vale Gierzwaluw zou overvliegen. ’s Middags kreeg ik opeens telefoon van Olivier Dupont die me wist te vertellen dat ze net een Langstaartklauwier geringd hadden in het Zwin. Op zo’n moment geloof je je oren niet, dus heb ik het nogmaals aan Olivier gevraagd of hij wel degelijk Long-tailed Shrike bedoelde.
Het vervolg is gekend.
De dag nadien moest je opnieuw vol aan de bak om alles te officialiseren...
Hoewel ik de vogel de dag voordien reeds gezien had, was er uiteraard maar één keuze: er met het eerste licht staan. Klauwieren hebben vaak de neiging om na één dag reeds weg te zijn, dus er was uiteraard wat stress en zenuwachtigheid, maar opeens zat de vogel op een prikkeldraad en was de vreugde uiteraard groot. Ik ben toen zeer snel terug vertrokken om weer te gaan trektellen op de Spanjaardduinen om na een half dagje nog eens naar de klauwier te gaan kijken. Het bleef namelijk een lifer en je wilt zo’n vogel dan toch wel écht goed bestuderen.
Terwijl het gepeupel zich voorbereidde op de nakende feestdagen, ging jij als een diehard nog op zoek naar een Rotskruiper. Anna Schneider zegt hierover : "Ik kon me niet motiveren om de groeves ganser dagen af te kijken, dus Wout, zo lief als die is, nam me dan mee naar Luik zodat ik ook nog kon kerstshoppen en hij ondertussen Rotskruiper kon zoeken op de gebouwen." Je lijkt me de perfecte schoonzoon ?
Tja, als je Rotskruipers gaat zoeken moet je een beetje compromissen zoeken. Ik had Anna er uiteraard graag bij, maar ze zag een hele dag van de ene naar de andere groeve rijden niet zitten, dus was de keuze om rond te lopen in Luik snel gemaakt. Ik had immers afgesproken met Robin Gailly dat ik Luik en zijn groeves ging controleren en dat Robin en Damien (zijn broer) eerder in regio Namen en Dinant zouden zoeken naar Rotskruipers. Uiteindelijk ben ik toch verschillende keren naar de provincie Luik gereden en hebben de Gailly-broers ook verschillende zoekacties ondernomen. Helaas zonder resultaat.
Wat waren, door het jaar heen, de absolute hoogtepunten ? De momenten die nog een tijdje zullen blijven nazinderen...
Absoluut die Steenarend, omdat je zoiets totaal niet verwacht dat je dat gewoon even gaat tegenkomen. Het was voor mij ook de eerste keer dat ik in Elsenborn rondliep. Eerste keer, goede keer blijkbaar. Maar de tamme juveniele Morinelplevier in de Zeebrugse Achterhaven staat bij mij toch bovenaan qua genietbaarheid. Om vlakbij zo’n pareltje te kunnen zitten en dat te kunnen delen met bijna het voltallige team, waanzinnig. Dat zijn momenten om te koesteren.
Je trakteerde Stijn Baeten op een pak friet na zijn megavondst van de Steenarend... Daar staan jullie dan, te kijken op een machtige roofvogel, is het op zo'n moment eerder stressen om anderen te verwittigen of toch proberen te genieten ? Bovendien vergat Stijn die dag zijn fototoestel...
Beide. Je weet even niet waar je het hebt als je zo’n beest ziet vliegen. Gelukkig was Stijn nog iets beter bij de les en riep meteen ‘alle kenmerken bekijken !’. We wisten immers dat we geen fototoestel bijhadden en dat we hem dus aanvaard moesten krijgen met een goeie, gedetailleerde beschrijving, wat uiteindelijk ook gelukt is. Alleen jammer dat anderen hier niet van hebben kunnen meegenieten.
Er was nog even onduidelijkheid over de herkomst van de vogel, waardoor ik er al een slecht gevoel bij begon te hebben. Niet zo veraf, op Duits grondgebied, is er immers een vogelpark met roofvogels. Na enkele telefoontjes, het beslissende gepleegd door Billy, werd uiteindelijk duidelijk dat het geen vogel uit het park kon zijn. Dan valt er toch weer een pak stress van je schouders.
Iedere medaille heeft een keerzijde. Er waren beslist momenten van twijfel, ontgoochelingen, frustraties, de soorten die niet werden gezien, 'gedipt'. Ik zie bijvoorbeeld geen Vale Gier of Franklins Meeuw in je respectabele lijst.
Momenten van twijfel en frustraties waren er zeer zeker ! Zeker in de eerste helft van het jaar had ik daar toch wel vaak last van, aangezien ik dan echt in constante onzekerheid leefde, een 'onplezant' gevoel. Er moeten goeie soorten gevonden worden die twitchbaar zijn en eigenlijk moet je zelf ook nog een bijdrage leveren door zelf zeldzaamheden te vinden. Dat zorgt voor enorm veel stress. Ook het feit dat mijn voorjaar tot eind mei op vlak van echte zeldzaamheden toch maar vrij pover was, hielp niet. Op dat moment had ik het gevoel dat het 50-50 was of ik de 300 zou halen, een gevoel dat de rest van het team eigenlijk ook had. In juni moest ik eigenlijk wel enkele goeie soorten zien wat uiteindelijk ook gelukt is. In het najaar had ik ook zo’n moment toen ik na mijn eerste week verlof, de laatste week van september, nog geen nieuwe soort had gezien. Ik begon er eigenlijk wat gefrustreerd van te raken, tot dan toch die Kleinste Jager passeerde. De rest van mijn tweede week verlof verliep ook nog top met Grote Kruisbek, Stormvogeltje en Woestijntapuit, waardoor ik toen op 299 stond. De grootste stress was weg, toch wel fijn na al die maanden !
Johan Buckens dipte een Witvleugelstern omdat ie net dát moment besliste om boodschappen te doen. Hij maakte tevens de fout om in mei niet naar de Brabantse Roodkeelpieper te rijden... Roodpootvalk, Sperwergrasmus, Kleine Alk, Johan kon er over meespreken in 2009... Hij miste op een haar na een Kortteenleeuwerik over de Fonteintjes omdat hij net op de verkeerde plaats in de groep stond, miste tevens een Reuzenstern op een kwartier na; ging een Poelsnip twitchen zonder succes, half uurtje nadien stoot iemand anders hem op net op de plek waar Johan had gelopen... Had jij zo soorten waarvan je achteraf dacht : hoe is het in godsnaam mogelijk ?
Zoals in elke jaarlijst die al ondernomen is geweest in België, had ik ook zo’n soorten en dan denk ik vooral aan Roodstuitzwaluw en Bijeneter. Roodstuitzwaluw tart echt alles. Er staan op de twee beste dagen voor Boerenzwaluw ooit op de Fonteintjes, maar het lukte gewoon niet. Heel jammer dat ik toen eigenlijk amper heb kunnen genieten van de constante stroom Boerenzwaluwen rond mijn hoofd, omdat je maar aan één ding kan denken : wanneer passeert die Roodstuit ? Bijeneter is dan weer zo'n soort die je normaal gezien wel ziet, maar waar ik in de loop van het voorjaar toch vaak herhaald heb dat die evengoed zou kunnen mislukken. Het zou maar eens een jaar moeten zijn dat er geen gekend broedgeval is en als je geen overtrekkende vogel(s) ziet… Zonde van die twee.
Welke van de 309 soorten was nou de moeilijkste ? En waarom ?
Dan moet ik kiezen tussen Vale Pijlstormvogel en Sperwergrasmus en dan denk ik dat die laatste het wint. We begonnen reeds begin augustus met te zoeken in de bosjes aan de oostkust, een Sperwergrasmus kan je immers vrij vroeg in augustus al vinden. Maar eind augustus, na verschillende pogingen, hadden we er nog steeds geen gevonden en als je dan ziet dat het in Nederland toch een slecht najaar voor de soort leek te worden, begin je al te rekenen. Wat als ik geen Sperwergrasmus zie ? Is dat een ramp ? Uiteindelijk begon september met in principe de eerste helft van september nog in de piek van Sperwergrasmus. Weer een weekend zoeken, weer geen grijs beest. Tot we op 9 september nog eens probeerden met 6 man. Uiteindelijk is het Sander die er op het stapelterrein eentje vindt en die ik met wat moeite nog als enige van de groep te zien krijg. Uiteindelijk dook er in november nog een Sperwergrasmus op in de Zwinbosjes, welke ik ook zag, maar ik denk toch wel dat deze verdient om op nummer 1 te staan op vlak van moeilijkheidsgraad.
Het speelde in je voordeel dat een aantal soorten algemener zijn dan voorheen, Steppekiekendief en Ralreiger zijn nu jaarlijks, Slangenarend is al een pak makkelijker dan vroeger, Dwerguil is er bijgekomen ook.
Een groot voordeel toch wel, maar het wil niet zeggen dat je die soorten persé ziet he. Bijeneter is zo ook een soort die in het algemeen toeneemt, maar staat toch niet op de lijst. Gelukkig heb ik de soorten die je hierboven vermeld wel allemaal gezien, al heb ik voor Slangenarend toch best veel moeite moeten doen. Toen er nog maar één vogel zat (er hebben in totaal 8 vogels gezeten) ben ik toch vijf keer naar het Groot Schietveld moeten rijden vooraleer ik er eentje gezien had. Normaal gezien zijn ze daar vrij makkelijk, maar die eerste was echt een lastig ding om te zien te krijgen.
Proefde het niet wat zuur dat je net de 310 hebt gemist, of overdrijf ik nu ? Ik bedoel, zat er nog meer in ?
Er zat zeker nog meer in, maar tegelijkertijd ook veel minder. Zonder een goed team had ik nooit aan de 310 kunnen denken. En er zijn niet alleen soorten waar ik pech heb gehad, maar ook waar ik echt van geluk mag spreken dat ik ze gezien heb. De Amerikaanse Goudplevier waar ik pas twee minuten voor het definitieve vertrek van de vogel arriveerde, de Poelsnip in de Westhoek die nog een tweede dagje bleef net als de Roodkopklauwier van het Hageven en ga zo maar door.
Je favoriete soort dan op je jaarlijst, een zeevogel of toch een Kleine Vliegenvanger of een Krekelzanger ?
De driehonderdste, de Aziatische Goudplevier. Niet omdat ik extreem genoten heb van de vogel in kwestie, die zat toen toch vrij ver. Wel omdat er een pak stress van mijn schouders viel. Het doel was behaald, er kon al een klein feestje gevierd worden.
Was er tijdens je recordpoging eigenlijk sprake van concurrentie met de tweede op de lijst, Pierre Blockx, die mee in het zog van je streven als tweede ooit de kaap van de 300 rondde ?
In het begin moet ik toegeven dat ik wel op zijn escapades aan het letten was, maar na een tijdje ebde dit weg. Bij de Graszanger van Prosperpolder moedigde hij me zelfs aan om vol voor de 300 te gaan en midden mei, toen hij op verlof ging, stuurde hij me nog een berichtje om me succes te wensen. Een heel vriendelijke mens.
Een jaarlijst staat of valt ook veelal met het twitchen van soorten. Wikipedia omschrijft het als volgt : “twitchen” betekent in het Engels letterlijk : trillen, of zenuwachtig, krampachtig bewegen. Bij de eerste melding van een zeldzame soort schiet de twitcher in een soort mentale kramp. Vanaf dat moment draait het om de vraag hoe hij zo snel mogelijk - voordat de vogel gevlogen is ! - op de juiste plek komt. De periode tussen melding en feitelijke waarneming is er vanzelfsprekend één van onbeschrijflijk zware stress. Ben ik nog op tijd ? Zijn er geen files of bevroren wissels onderweg ? Logisch dat je daar trillingen en zenuwtrekjes van krijgt. Een correcte schets van het gebeuren ?
Toch wel als je met een jaarlijst bezig bent, anders ben ik toch maar zelden zenuwachtig voor een twitch. Eén van de meest extreme stressmomenten die ik het afgelopen jaar heb meegemaakt was toen Kenny de Dunbekmeeuw vond in Doel. Een uurtje voor hij de vogel vond stond ik nog op exact dezelfde plek de meeuwen te bekijken toen er een Roodstuitzwaluw doorgegeven werd in het Brusselse. Meteen vertrekken dus, in volle spits en vanaf Mechelen-Noord was het reeds stapvoets verkeer en er leek geen einde aan te komen. Opeens krijg ik telefoon en zie Kenny’s naam op mijn smartphone verschijnen en dan weet je dat het wel eens prijs kan zijn. Ik was net ter hoogte van een afrit, dus begon ik meteen druk te gebaren naar een andere chauffeur dat ie mij even ertussen moest laten, aangezien ik mij op het middelste rijvak bevond. Het ritje terug richting Doel was er eentje van onbeschrijflijke stress. Meeuwen kunnen namelijk heel mobiel zijn en ik moest nog door die verdomde Craeybeckx- en Kennedytunnel. Tot mijn verbazing kwam ik zelfs nog als eerste twitcher aan in Doel en was ik meteen op een knaller van een soort aan het kijken.
De derde Dunbekmeeuw voor België, gevonden door Kenny Hessel - video : Jan Vanwynsberghe
Twitching is not a crime. Stoort het je dat sommigen het 'soorten jagen' maar niks vinden ?
Neen, absoluut niet. Je hebt gewoon verschillende aspecten binnen het vogels kijken en als iedereen doet waar ie gelukkig van wordt, kan dat alleen maar positief zijn denk ik. Het enige spijtige vind ik de kritiek die er soms is op twitchen, alsof twitchers geen oog hebben voor de natuur en de ontwikkeling ervan. Ik denk dat er toch wel genoeg voorbeelden zijn van twitchers die zich ook bezighouden met broedvogelinventarisaties, watervogeltellingen, trektellingen of natuurbeheer.
Hoe zou je jezelf omschrijven als vogelkijker ? Stijn Baeten doet alvast een poging : "Wout is inderdaad een heel erg goede vogelkijker. Wat betreft trektellen zijn er maar weinigen die zijn evenknie vormen aangaande determinaties. Wout is een topper op vlak van 'jizz'-vogels kijken. Zelden zit hij er maar naast en dan heeft hij ook geen probleem om dat toe te geven." Dat laatste allicht een kenmerk van de allergrootsten ?
Goh, een goeie vogelkijker durf ik mezelf wel noemen, maar mezelf een topper noemen zal je me niet snel weten zeggen. Ik denk dat de beschrijving van Stijn wel vrij correct is hoor. Zeker bij het trektellen merk ik wel regelmatig dat het jizz-vogels kijken toch wel een sterk punt is van mezelf. Ik denk wel dat je daar enige aanleg moet voor hebben in combinatie met veel opgebouwde ervaring. Maar zoals iedereen, zelfs de besten, maak ik ook fouten. Mezelf ooit bij de besten, de allergrootsten, gaan rekenen zit er in mijn geval niet in. Daar vind ik mezelf toch wat te bescheiden voor.
Misschien een ietwat overbodige vraag, maar hoe voelt het nu écht om Belgisch recordhouder te zijn (en hopelijk voor jou nog enkele jaartjes te blijven) ? Toch wel enige trots, niet ?
Toch wel trots ja, maar als ik iemand hoor zeggen genre ‘hij heeft het jaarlijstrecord verbroken’ of ‘hij is de eerste die over de 300 gegaan is’ vermeld ik meestal toch dat het echt wel een teamprestatie was. Als Club Brugge van Anderlecht wint kan dat uiteraard enkel met het maken van doelpunten. Ik heb hem erin getrapt na een onvoorstelbaar mooie assist van de rest van het team.
Records zijn er uiteraard om gebroken te worden, zal dit gauw gebeuren denk je ? 310 soorten lijkt me op zijn zachtst gezegd niet makkelijk... De lat ligt nu wel heel hoog !
De lat ligt hoog, maar het is niet onmogelijk volgens mij. Ik hoop wel dat mijn record toch wel een mooi aantal jaren kan standhouden. Ik zou het jammer vinden dat zo’n mooi record, na alle moeite en emoties die daarin gevuld zijn, na enkele jaartjes al gebroken zou worden. Het jaarlijsten lijkt de laatste jaren, zeker met waarnemingen.be, toch weer een stuk populairder geworden in België, dus wie weet wat we nog mogen verwachten.
Brilzee-eend, Dwergaalscholver, Blauwstaart, Woestijntapuit, dat kan al tellen als begin van iets moois in 2018...
Dit jaar is echt waanzinnig begonnen op vlak van zeldzaamheden, de beste start ooit lijkt me zelfs. Maar je moet eraan willen beginnen natuurlijk. Het huidige record breken is toch wel een moeilijke opgave en zal, als je er écht voor wil gaan, toch voor nog meer stress en onzekerheid zorgen dan ik al had. De ene persoon gaat daar beter mee om dan de andere, maar ik ben alvast benieuwd wie er zich dit jaar of verder in de toekomst aan gaat wagen.
Denk je dat een een vrouw ooit het record gaat aanvallen ? En verbreken ?
Wie weet, al ken ik momenteel nog geen vogelkijkende vrouw die zich eraan zou wagen. Het record aanvallen mag, breken niet. Dat geldt trouwens ook voor mannen :-)
Gerald Driessens gaf het al eens aan in een vorig interview : vrouwen zijn niet echt die hunters, soortenjagers...
Eén van je beste maatjes, Anna Schneider met name, is daar een uitzondering op. Ik vermoed dat de spreekwoordelijke tijden veranderen, ook in het vogelwereldje, Anna en veel van haar vrouwelijke lotgenoten (denken we maar aan de bende van Dé Duifkes) worden nu door al die haantjes al iets makkelijker aanvaard in het veld ?
Ik zie de laatste jaren toch wel een toenemend aantal vrouwen in het vogelkijkwereldje. Een vrouwelijke vogelkijker op een twitch was tot enkele jaren geleden toch nog altijd iets ‘raar’, maar ondertussen zien we toch wel een toenemend aantal vrouwen, met Dé Duifkes bestaat er dus zelfs een vogelwerkgroep voor vrouwen. Ik kijk zelf regelmatig vogels met Anna of kom in het veld andere vrouwen tegen, dus voor mezelf is het iets waar ik al vertrouwd mee ben en echt leuk vind.
Geef eens wat advies voor toekomstige jaarlijsters, de tips and tricks zeg maar ?
Een goed team rond je hebben dat je zowel in het veld als mentaal ondersteunt, lijkt mij absoluut nodig indien je voor het record wil gaan. Nooit twijfelen of je wel zou rijden naar die ene Hop of Roodkeelpieper die je waarschijnlijk nog wel later op het jaar zal zien of zelf zal vinden. Het woord ‘waarschijnlijk’ staat hier eigenlijk synoniem voor het nemen van risico’s en dat moet je vermijden. Je moet zeker zijn dat je die soort ziet, dus je moet er naartoe. Het drinken van vaten Monster kan ik niet echt als een goeie tip beschouwen vrees ik.
Is het breken van je eigen record überhaupt een optie ? Ik heb zo een flauw vermoeden dat dit eerder een 'once in a lifetime' project was ?
Vermoedelijk niet, al durf ik niets uitsluiten. Je kan natuurlijk moeilijk verwachten van anderen dat ze dan wéér allerlei zaken gaan opofferen om je in het veld bij te kunnen staan. Ik ben namelijk niet de enige die vorig jaar feestjes met vrienden of familie links heeft laten liggen weet je…
Hoe voelde je je the year after, was het afkicken geblazen ? De vogelblues ?
Een echt groot doel had ik niet, dus de eerste weken viel ik toch wel in een zwart gat. Ik had niet verwacht dat het zo’n grote nasleep zou hebben, maar het was eigenlijk toch wel serieus afkicken. Zeker omdat de eerste maanden van 2018 waanzinnig goed zijn geweest om aan een jaarlijst te beginnen, zelfs de beste start ooit lijkt me. Gelukkig is de voorjaarstrek momenteel terug volop aan de gang, dus kan ik mij weer uitleven op de telpost in Doel, iets waar ik toch enorm naar uitgekeken heb. Geen stress meer van het moeten twitchen, maar gewoon doen waar je zin in hebt.
Welke soort wil je nog absoluut op je lijst voor je op je vogelpensioen gaat ? Ik bemerk in de voorhanden zijnde lijstjes nog enkele Belgische schaamsoorten : Raddes Boszanger, Grote Franjepoot, Alpengierzwaluw, Papegaaiduiker vooral... Al gaat het bij jou vermoed ik niet alleen om het twitchen op zich. Je gaat regelmatig trektellen en bent ook buiten de lijstjes zeer actief in het veld. Je vond immers zelf soorten als Westelijke Baardgrasmus, Struikrietzanger, Provençaalse Grasmus... Joachim Pintens poneert het als volgt : "Bij Wout voelt ge die liefde voor vogels".
Een soort die ik absoluut in België zou willen zien, daar heb ik nog niet echt over nagedacht. Wat ik wel zou willen is dat ik nog zo lang mogelijk kan genieten van het trektellen, zoals nu bijvoorbeeld in Doel, en eigenlijk van het vogels kijken in het algemeen. Zo was ik enkele jaren geleden een rondje aan het wandelen rond de Jutse Plassen, een overstromingsbekken vlakbij mij thuis. Ik zette mij neer op een bankje om over de slikranden te zoeken of er geen steltlopers aanwezig waren en opeens begint er enkele meters van mij een Koolmees te zingen, minutenlang. Om daar met je verrekijker naar te kijken is echt waanzinnig, elk detail van dat beestje was zichtbaar. Van minder algemene soorten had ik toen vrij weinig gezien, maar ik keerde zeer tevreden terug naar huis. Ik denk dat ik voor de rest van mijn leven nog wel zou kunnen genieten van zo’n momenten.
Wat zijn zowat je favoriete plekjes in ons land ? De kust, of eerder het Antwerpse havengebied ? De Ardennen misschien ?
Ik kijk vooral vogels in het Antwerpse havengebied, met name de regio Doel, maar daar mis ik soms toch het gevoel van rust en echt in de natuur zijn. Hetgeen waar ik volgens mij het meeste van geniet is in de zomer rondhangen in de Gaume of de Hoge Venen. Daar heb je echt een vakantiegevoel. Enorm mooi en je kan je er werkelijk met alles bezighouden. Vogels, dag- en nachtvlinders, planten of gewoon een mooie wandeling maken. Daar heb ik soms toch het gevoel van echte rust, stress is daar ver weg.
Tot slot, ik zag je in mei in de Kalkense Meersen, bij de Kleine Geelpootruiter. Een mooi gebied ?
Helaas heb ik buiten de locatie van de Kleine Geelpootruiter weinig gezien van het gebied, er wachtten immers nieuwe soorten voor de jaarlijst op dat moment. Ik heb al wel veel positieve dingen gehoord over het gebied, vooral over de schoonheid ervan. Ik zal dus nog eens moeten terugkeren en ik zal er dan uitgebreid mijn tijd voor nemen, da’s beloofd :-)
interview : tseef
fotografie : Stijn Baeten, Joachim Bertrands, Elie Coremans, Robrecht Debbaut, Wim Deloddere, Kris De Rouck, Gerrit De Vos, Joachim Pintens, Anna Schneider en tseef
video : Jan Van Wynsberghe
met de medewerking van : Johan Buckens
april 2018
tseef is de oprichter van de website Overmeerse Vogels en gepassioneerd vogelkijker.
In een reeks interviews met Belgische en buitenlandse ornithologen, fotografen en zelfs politici, roert hij zich in het wereldje van de vogelaar...
In een reeks interviews met Belgische en buitenlandse ornithologen, fotografen en zelfs politici, roert hij zich in het wereldje van de vogelaar...