Live vanuit de meersen
Autobiografisch gekakel van een vermoeide vogelaar
Deel 35 - dinsdag 7 augustus 2007
Beste vogelkijkvrienden,
Begin augustus, en de Vliegerkesweide is nog steeds niet geschoren... Het gras is niet van wie het zou moeten zijn, stel je dat even voor ! Vrijwilligers genoeg evenwel, doch het heethoofd van de kolchoze houdt sfinxachtig zijn spreekwoordelijke been stijf. Uit vergelding zitten de Regenwulpen en de Kleine Strandlopers dan maar onnozel te doen alsof in het Broekmeers, met voorzekers wel dertig chaperonnerende bonte pieten ! Het groene communisme laat zich gelden in de weiden van het godvergeten gat Schellebelle, soms hunker ik naar de kleinschaligheid van
De Wielewaal...
Vakantie, tijd om die wanordelijke garage eens onder handen te nemen. Wel drie fietsen tegelijk verkocht, via dat magische ding, internet. En gelijk strontvliegen komen ze er op af, met nummerplaten van landen waar ik zelfs het bestaan niet van vermoedde, met briefkes van wel honderd euro, maar dat is buiten de waard gerekend, gaan wisselen bij 'Amor van 't winkelken' ja, onnozelaars !
Terwijlend keren in de meersen de eerste Grote Zilverreigers al terug naar hun geliefde heilige gronden, alsof ze nooit waren weg geweest... De laatste twee der Mohikaanse Grutto's doen ons nog even nostalgisch denken aan het lang vergane voorjaar, hier en daar wordt een hoogzomerige Wespendief gesignaleerd en de Boomvalken doen het uitbundig en overal... Gelijk een vastgeroest iets worden de lokale Graszangers nog steeds aanbeden als halfgoden, maar de eerste melding van een eventele kroost blijft vooralsnog een natte droom; nat, als de Vliegerkesweide in betere tijden...
Mijn prinses heeft een nieuwe fiets ! Aan wel tweehonderd euro minder dan de winkelprijs ! Komt af en toe wel eens van pas die connecties... En zo gebeurt het dat men in Overmere City en ver daarbuiten vier tweewielende tseven kan zien voorbijflitsen, op zoek naar een nog resterende Vale Gier, allicht een eeuwigheid geleden reeds wedergekeerd naar de Spaanse bergen, met een degoutante nasmaak van overbodig uitgeworpen Vlaams vlees...
Zaterdagnamiddag, op het heetst van een zwoel etmaal, en Luka Maria zet zijn eerste stapjes in le Pays d' Argonne. Letterlijk dan, wel tien seconden blijft hij staan op zijn overigens nog ietwat wankele beentjes, en dan, plotsklaps, wel drie, vier stappen ! Vervolgens een ongeveinsd parmantige mère die gans het dorp wakker krijst uit la sieste, nog een geluk dat er daar maar 2 batiments staan ! Diezelfde dag reeds, het magische woordje mama, al maanden kwam er slechts papa uit dat lieve snoetje, maar nu hij zijn verstand begint te gebruiken...
Ach, het land van de Argonne, de vakantiedorpjes uit onze jeugdjaren, waar de mesthoop nog op straat ligt en waar de zwaluwen niet te tellen zijn... Die sensuele valleien met af en toe een sluwe Vos of een dartele Ree, dit jaar zelfs enkele majestueuze Zwarte Ooievaars ! Het archaïsche landschap dat eilaas kortelings werd verkracht door de Trein der Grote Vooruitgang, of nee, de Trein God Verdomme... Op amper honderd meter van het vernederende litteken, zit uitdagend een wijfje Roodkopklauwier te pronken, alsof ze wil zeggen : ik was hier eerst ! Boven het Etang des Brauzes een machtige Visarend met een enorme vis in zijn al even puissante klauwen... Beaulieu-en-Argonne, zovele herinneringen, de oerkreten van de Kerkuil, het dorp van 'monsieur le maire', van 'de gemeentelijke werker', van 'den ouden met zijn sletsen'... Monsieur le maire is niet meer, vol ontzag sta ik voor zijn graf stil te wezen, Jean-Pol Bonnerave, 1944-2001. Je was de Funès, je was Aznavour, Patrick Dewaere... Je was een icoon uit onze Franse jeugd, gestorven in hetzelfde jaar gelijk dat andere icoon, onze moeder...
tseef